Boeddhisme in Nederland

Het eerste deel van “Boeddhisme in Nederland” neemt de kijker mee van de eerste verwijzing naar het Boeddhisme in Nederland in de Middeleeuwen tot in de vijftiger jaren van de vorige eeuw, toen het Nederlands Boeddhistisch Centrum, als eerste en nog steeds bestaande Boeddhistische organisatie in ons land, werd opgericht.

De theosofie komt erin naar voren als een voorloper van de belangstelling voor oosterse filosofische stromingen in Nederland. De Nederlandse baron Van Pallandt geeft in 1924 een deel van zijn landgoed Eerde bij Ommen cadeau aan wereldleraar Jiddu Krishnamurti, leider van 'De Orde van de Ster'. Unieke beelden van de Sterkampen die in de twintiger jaren duizenden van over de gehele wereld naar Ommen brachten.

In deel twee komt de verdere ontwikkeling van het Boeddhisme in Nederland vanaf de 60er jaren aan de orde.

De vlucht uit Tibet van Z.H de Dalai Lama in 1959 leidt ook tot een grote bloei van en interesse in Boeddhisme in de Westen. Voortbouwend op het onbehagen in de benauwende cultuur van de naoorlogse opbouwperiode waren het vooral de hippies van de flower power beweging die, vaak na terugkeer uit Azië (vooral India), de eerste centra opzetten. 1969 groeide de Kosmos uit tot het belangrijkste spirituele centrum van Nederland, een Boeddhistische leerschool die werd opgezet door mensen als Han de Wit, Paula de Wijs, Niko Tydeman en anderen.

Met deze voorlopers van de Boeddhistische beweging en anderen die hun werk voortzetten – zoals Zenmeester Jiun Hogen Roshi en Ton Lathouwers praten we over de spirituele ontmoeting van Oost en West in Nederland. In een meevoerend exposé over het wezen van meditatie staat de Hart Sutra – die wijsheid voorbij de wijsheid bezingt – centraal.

Deel drie staat in het teken van de werkelijke erkenning de Boeddhistische beweging in Nederland, uitmondend in de oprichting van de BOS. Dit gaat gepaard met een nog steeds toenemende belangstelling voor allerlei vormen van Tibetaanse boeddhisme.

Paula de Wijs, Jean-Paul Kool en Margot Kool richtten het Maitreya Instituut op, waar lezingen en cursussen over meditatie en andere aspecten van de boeddhistische filosofie worden georganiseerd. Boeddhistische rituelen worden uitgevoerd zoals die van de ‘dierenbevrijding’ en ‘stoepa vullen.

In 1995 krijgt Jotika Hermsen als eerste Nederlandse vrouw een prijs van de VN voor haar verdiensten voor het Boeddhisme.

Babeth Vanloo, programmadirectrice van de BOS, laat ons door haar kunst en visie daarop het actuele boeddhisme ervaren. Jean Karel Hylkema, geeft een dieper inzicht in het wezen van het Boeddhisme en de betekenis  die deze kan hebben voor de Nederlandse samenleving.

De belangstelling voor Boeddhisme in Nederland blijft groeien, zoals te zien is in de grote opkomst bij het Museum voor Volkenkunde waar Boeddhistische nonnen uit Tibet een indrukwekkend zandmandala ritueel uitvoeren.